Usoel ad-Dien (Fundamenten van Religie) voor Kinderen

In de Naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle

Usoel ad-Dien (Fundamenten van Religie) voor Kinderen

 

De lessen ‘Usoel ad-Dien voor Kinderen hebben als doel om kinderen van 8 t/m 12 jaar oud, kennis te laten maken met de basis van onze Aqidah (geloofsovertuiging).

Deze lessen zijn geschreven door deskundigen en docenten van ‘Het huis van kinderen en tieners’ van de organisatie Mohammad Foundation.

   


Les 7: Allah (swt) wil alleen het goede voor ons

(Adalah - deel 2)

Auteur: Zahra Moradi

Vertaling: Sayed Sadjad Alawy & Sayed Ali Djawad Alawy

Met dank aan: Simin Rafati, Fatemeh Arzani, Milad Daliri


    

Herinnering:Er zijn veel dingen die in onze ogen slecht en ongewenst lijken, maar eigenlijk goed voor ons zijn. Dus moeten wij niet klagen bij Allah (swt).

   

Inhoud van de les:

In de vorige les hebben wij de betekenis van “Adalah” (Rechtvaardigheid) geleerd. Geloven in de rechtvaardigheid van Allah (swt) is een van onze Usoel ad-Dien, een van de basiselementen van het geloof voor ons moslims. De kennis van Allah (swt) kent geen grenzen, Hij heeft inzicht en kennis over alles, en maakt geen fouten. Voor ons normale mensen is dit niet het geval. Wij zien of horen vaak maar één kant van het verhaal, en veel dingen zijn voor ons verborgen. Wij moeten altijd onthouden dat Allah (swt) geen onderdrukker is en ons niet wil pijn doen.

Laat mij jullie een verhaaltje vertellen om het beter te begrijpen.

Op een dag ging Profeet Musa (as) met een andere Profeet, genaamd Profeet Khidr (as) reizen naar een andere stad voor een opdracht. Het was een lange reis en zij kwamen eindelijk aan in de stad. Een stad met hele gemene mensen. De mensen van deze stad zagen dat Profeet Musa (as) en Profeet Khidr (as) erg moe waren. Zij hadden honger en dorst, maar de gemene mensen wilden geen eten of drinken aan hen verkopen. Profeet Musa (as) en Profeet Khidr (as) liepen moe en hongerig door de stad en kwamen aan bij een beschadigde muur. De mensen uit de stad durfden niet dicht bij deze muur te komen, omdat zij bang waren dat de muur zou instorten. Profeet Khidr (as) legde zijn spullen neer en stroop zijn mouwen en begon, vermoeid en met een lege maag, de muur te maken.

Profeet Musa (as) keek verbaasd en zei: ‘Waarom doe je dit? De mensen uit deze stad zijn niet eens bereid ons eten te geven in ruil voor geld en nu ben jij deze kapotte muur aan het maken, terwijl je niet eens weet wie van deze gemene mensen de eigenaar is.’

Profeet Khidr (as) antwoordde: ‘Ik ben op de hoogte van zaken, waar jij geen weet van hebt. Later zal ik uitleggen waarom ik dit doe.’

Toen zij klaar waren met de muur, pakten zij hun spullen en liepen zij verder tot zij aankwamen bij de zee. Om bij hun bestemming te kunnen komen, moesten zij verder reizen met de boot. Zij kregen een boot die aan de kust lag. De eigenaar van de boot en de matrozen waren hele aardige mensen en zij toonden veel liefde voor de profeten. Maar toen zij met de boot dichter bij de kust van de overkant kwamen, pakte Profeet Khidr (as) een grote spijker en begon hij gaten te maken in de bodem van de boot.

Profeet Musa (as) was weer verbaasd en vroeg: ‘Waar ben je mee bezig? Deze mensen (de eigenaar van de boot en zijn matrozen) waren zo aardig en hebben hun best gedaan voor ons. In plaats van hen te bedanken, maak je hun schip kapot? Ik keur het maken van de muur voor die onaardige mensen in de stad af en ik keur het kapot maken van deze boot, die wij hebben gekregen van die arme lieve mensen, ook af.’

Profeet Khidr (as) zei: ‘Oh Musa, ik heb je gezegd dat ik dingen weet die jij niet weet. Onder de muur die wij hebben gebouwd, lag een schat begraven die eigendom is van twee weeskinderen. Hun vader heeft vóór zijn overlijden de schat daar begraven. Ik zag dat als wij de muur niet zouden maken, de wind en regen de muur zou verwoesten en de schat zichtbaar zou worden. Dan zouden de slechte mensen de schat in handen krijgen en niks aan de twee kinderen geven. Ik heb de muur gemaakt, zodat de schat veilig en verborgen ligt tot de kinderen ouder worden en zichzelf kunnen verdedigen om hun eigendom te pakken.

En wat de boot betreft, daar heb ik gaten in gemaakt om die aardige en behulpzame mensen te bedanken voor hun hulp en liefde. Er zijn veel piraten in dit gebied, die met geweld elk schip en elke boot van de eigenaar afpakken. Ik doorboorde het schip, zodat de dieven het niet zouden stelen, omdat er gaten in zitten.’[1]

Toen Profeet Musa (as) de uitleg van Profeet Khidr (as) had gehoord, veranderde hij van mening en vond hij de acties van Profeet Khidr (as) logisch.

Vaak maken wij hetzelfde mee in ons eigen leven met de mensen om ons heen. Voor ons ziet iets er vreemd of zelfs oneerlijk en onrechtvaardig uit. Maar als wij de echte reden ervan weten, dan zullen wij zien hoeveel Allah (swt) van ons houdt.

Wij hebben bijvoorbeeld gepland om op reis te gaan, maar op de dag van de reis gaat de auto niet aan. De auto die geen problemen had en prima werkte doet het opeens niet. Wij zullen vast mopperen: ‘O, wij hebben ook nooit geluk. Oh Allah (swt), waarom gebeurt dit weer bij mij?’ Wij gaan het huis weer in en ruiken de geur van het gas uit de keuken. Wij gaan snel naar de keuken en zien dat de gasklep open stond. Als wij waren vertrokken en op reis waren gegaan, zou het huis misschien in brand zijn gevlogen.

De Almachtige Allah (swt) zegt in de heilige Koran:

‘Maar misschien vinden jullie iets slecht wat toch goed voor jullie is en misschien hebben jullie iets lief wat toch slecht is voor jullie.’[2]

Kortom, zoals wij in de vorige les al hebben gezegd, Allah (swt) is rechtvaardig en onderdrukt niemand. Iets lijkt in onze ogen misschien oneerlijk, maar is juist goed. Wij weten niet alles. In plaats daarvan is de Barmhartige Allah (swt) van alles bewust en wil Hij niets anders dan het goede voor Zijn dienaren.

In de volgende les gaan wij hier verder op in.


[1] Bihar al-Anwar, vol.13, p. 279 en 280

[2] Surah al-Baqarah, vers 216.

 

Mohammad Foundation

 

Join us